Een houtskeletwand bestaat, van binnen naar buiten, uit een binnenafwerking, een leidingenspouw, een dampscherm, het houtskelet zelf met isolatie opgevuld, een onderdakplaat, en een gevelbekleding.
De structuur van de wand is het houten skelet. De dikte van het skelet wordt bepaald door de vereisten qua stabiliteit en door de gewenste isolatiedikte. In het geval van grote isolatiediktes (> 22,5 cm) bestaan er geen standaard houtsecties van de gewenste breedte. Dan kan je houten I-liggers gebruiken om het skelet op te bouwen.
Isolatie van een houtskeletwand tussen de houten constructie gebeurt het best met een soepel materiaal. Op die manier wordt een perfecte aansluiting tussen isolatie en hout mogelijk. Mogelijkheden zijn het plaatsen van soepele isolatiematten (houtwol, vlaswol, rotswol, glaswol, ...) of het inblazen van isolatievlokken (cellulose,...).
Aan de binnenzijde van het isolatiepakket moet een dampscherm geplaatst worden. Dit dampscherm zorgt ervoor dat vocht uit de binnenlucht niet kan binnendringen in het isolatiepakket. Zo wordt inwendige condensatie in de isolatie vermeden. Het is van groot belang dat aansluitingen tussen 2 stukken dampscherm, tussen dampscherm en dakramen, ... zorgvuldig afgekleefd worden.
Het dampscherm heeft eveneens de functie van luchtscherm. Dankzij het luchtscherm worden alle kieren en spleten in de constructie afgedicht en kan er via die weg geen energie meer verloren gaan. Ook voor de functie van luchtscherm is het absoluut noodzakelijk dat alle aansluitingen van het dampscherm perfect afgekleefd worden.
Bij houtskeletwanden wordt de functie van damp- en luchtscherm vaak vervuld door een OSB-beplating op de binnenzijde van het skelet. De beplating, die in tand-en-groef verlijmd moet worden, zorgt op die manier ook voor de stijfheid van de wanden.
Aan de buitenzijde van het houtskelet worden dampopen isolerende onderdakplaten geplaatst. Deze zullen de isolatie en het houten skelet beschermen tegen regen en ander vocht van buitenaf. Een bijkomende belangrijke functie van de onderdakplaten is de winddichtheid. Een winddicht onderdak voorkomt dat wind in het isolatiepakket kan waaien en zo de isolerende functie tenietdoet.
Voor de buitenafwerking van een houtskeletwand bestaan oneindig veel mogelijkheden: metselwerk, bepleistering, houten beplanking, leien, gevelplaten, ...
Aan de binnenzijde van de OSB-plaat wordt een leidingenspouw geplaatst met houten latten. Op die manier hoeven geen openingen gemaakt te worden in de luchtdichting van de wand. De leidingenspouw kan geïsoleerd worden met soepele isolatiematten (houtwol, vlaswol, rotswol, glaswol, ...). Vóór de leidingenspouw wordt een gipskartonplaat of gipsvezelplaat geplaatst als binnenafwerking van de wand.
Wil je verdere informatie over materiaalkeuze in spouwmuren of houtskeletwanden? Contacteer uw Ralus-adviseur via www.ralus.be
